(Onderaan tekst in het Nederlands)


El Viernes 26 de febrero 2021



Cada año que visité la casa estaba ahí, bajo el mismo árbol, bajo la misma sombra, en la misma silla. Sentado parecía una escultura inerte, sin vida y sin embargo había tenido muchas más vidas que otros. Algunas veces tomaba el pequeño cuaderno que le habían regalado golpeando cada página como si quisiera sacarle a golpes las palabras. En esa casa pasó los días, viéndola crecer, tomando café cada mañana como cada noche, siempre ahí difuminándose por momentos en la maleza. Pocas veces hablaba, aún sabiéndose que tenía muchas historias por contar. Esta mañana ya no está ahí, nunca más estará, esta mañana una mujer desgarrada llora su ausencia. La misma mujer que él de pequeña cargó en sus brazos.
Esa mujer es mi madre ...



Ieder jaar als ik mijn ouderlijk huis bezoek, zit hij daar. Onder dezelfde boom, in dezelfde schaduw. Zittend lijkt hij een beeldhouwwerk, bijna levenloos maar hij heeft al vele, vele jaren geleefd en veel meegemaakt.
Soms pakt hij het kleine notitieboekje dat zij hem cadeau hebben gedaan, slaat hij iedere pagina om alsof hij de woorden wil vrij laten.
Elke dag verstrijkt zoals de voorafgaande, hij ziet de natuur om zich heen groeien, neemt elke ochtend zijn kop koffie zoals hij ook iedere avond doet. De minuten, uren, dagen, weken vervagen. Heel soms praat hij, ieder weet dat hij veel verhalen te vertellen heeft.
Deze ochtend kreeg ik bericht dat hij er niet meer is, er nooit meer zal zijn. Deze ochtend huilt een vrouw op deze stoel, hartverscheurend. Dezelfde vrouw die hij als kleintje in zijn armen hield.
Deze vrouw is mijn moeder ...